Geen windpark vlak voor eilanden

Leeuwarder Courant, 22 januari 2013, pag. 16.
dagstelling

Geen windpark vlak voor eilanden

Tweede-Kamerleden willen de deur openzetten voor windmolens
voor de kust, ook voor de Wadden. Dit moeten we
niet willen, er zijn genoeg alternatieven. De stelling: Geen
windpark vlak voor Ameland en Schiermonnikoog.
ARJAN BERKHUYSEN

Windenergie is een lastig
onderwerp voor de
Waddenvereniging. De
meerderheid van de
achterban is over het algemeen
voorstander van duurzame energie,
en is zeker enorm liefhebber van de
rust, ruimte en natuur van de Wadden.
Wat moet je dan met windmolens
in dat gebied? Een discussie
hierover krijgt al snel een ’not-inmy-
backyard’-karakter: wel windmolens,
maar niet hier. Dat is een
valkuil waar we niet in moeten vallen,
we moeten het landsbreed bekijken.
Windmolens op land zijn nu al financieel
aantrekkelijk. Het zal me
niet verbazen dat de druk daarop zal
blijven groeien en dat we op termijn
gewend zullen zijn dat je overal
windmolens kan zien. En juist daarom
moeten we nu al bedenken of je
niet een paar plekken wilt hebben
waar open landschap nog bestaat.
Zoals je stiltegebieden nodig hebt
in de drukke Randstad, zal je ruimtelijke
landschappen nodig hebben in
het drukke Nederland. Zodat je als
Nederlander zonder te vliegen rust
en ruimte kunt ervaren waar je van
kan opladen. Het Waddengebied is
een logische plek daarvoor, waar
miljoenen mensen jaarlijks ‘opladen’
en dat voortdurend wordt geprezen
om rust, ruimte en natuur.
Die waarden zijn basis voor de
economie van de eilanden, want
daar komen de meeste gasten voor.
En de hoge natuurwaarden, het belangrijkste
vogeltrekgebied, hebben
er ondertussen toe geleid dat het gebied
zo’n beetje alle natuurstatuserkenningen
heeft gekregen die er
maar te krijgen zijn.
Hoe groot het effect is van de
windmolens op de Wadden is nu al
goed te zien op Rottumeroog. Het
staat aan de wal al vol molens en het
wad lijkt meteen een heel stuk kleiner.
Als je aan de andere kant net
zo’n woud van molens neerzet, dan
blijft er van het open waddenlandschap
niet veel meer over. Hetzelfde
geldt natuurlijk voor beleving van
open ruimte op Ameland en Schiermonnikoog.
En dat is voor de eilanden
niet onbelangrijk!
Natuur- en milieu-organisaties
hebben in 2009 een kaart gemaakt
waarbij voldoende zoekgebieden
waren gevonden voor de huidige
ambities van het kabinet, zonder het
landschap van het Waddengebied
aan te tasten. Er is een kansenkaart
gemaakt voor windmolens op de
Noordzee waarbij nog voldoende
ruimte is voor het bouwen van parken
verder op zee.
Als ik dan lees dat vanaf 2020 de
prijs van parken op de Noordzee
naar verwachting al concurrerend
zijn met ‘grijze energie’, dan begrijp
ik niet waarom er hier ineens industriële
windmolenparken aangelegd
moeten worden. Overigens levert
het ook nog andere bezwaren op,
want voor de eilanden ligt ook nog
de drukst bevaren zeestraat ter wereld.
Daar moet je geen windmolens
pal naast zetten. Dat brengt grote risico’s
met zich mee voor de scheepvaart,
en daarmee voor het wad, dat
nauwelijks te beschermen is tegen
olierampen.
De term ’not-in-my-backyard’
gaat in dit geval dus niet op.Het kunnen
beleven van de lege horizon in
Nederland, van het onmetelijke
waddenlandschap, van een ruimte
zonder eeuwig draaiende turbineparken
is iets wat we als Nederlanders
moeten koesteren. Buurlanden
als Duitsland en Denemarken bouwen
al jaren aan grote parken op de
Noordzee en Nederland treuzelt
daar tenenkrommend achteraan. En
als het kabinet dan toch in beweging
lijkt te komen, willen ze parken vlak
voor de kust gaan zetten, omdat het
goedkoper is. Maar de verwachting
is dat in 2020 parken verder op de
Noordzee ook al concurrerend zullen
zijn.
Het behoud van het bijzondere
waddenlandschap is niet zonder slag
of stoot gegaan, maar het is gelukt.
Om dat ineens te gaan verkwanselen,
is dus niet nodig.

ARJAN BERKHUYSEN,
DIRECTEUR WADDENVERENIGING