Zondagmiddag, 27 januari, Het Gesprek Van Sneek. Tweede Kamerlid Jacques Monasch interviewde Hans Konst over windenergie, een ondiep PvdA-onderonsje. Monasch liet een afbeelding zien van een windmolen van 200 meter hoog naast de Achmeatoren van 115 meter hoog. Konsts reactie was dat niemand in staat is de hoogte van molens goed in te schatten. Volgens Konst is de impact van de Achmeatoren vele malen groter dan tientallen windmolens die ieder 200 meter hoog zijn. Of turbines nu 120 meter of 200 meter hoog zijn, geen mens die dit onderscheid kan maken, beweerde Konst.
In Konsts beleving gaan we er in Friesland met de plannen van Windstreek 2012 fors op vooruit. Nu staan er 350 kleine en wat grotere windmolens in de gehele provincie. De vier grootsten, voor degenen die dat niet kunnen schatten, zijn 120 meter hoog en staan naast de A7 bij Witmarsum. Als de plannen van de provincie doorgaan hebben we straks 180 molens in plaats van 350. Wel allemaal 200 meter hoog, wel allemaal tussen Harlingen-Bolsward-Makkum, maar dat ziet toch niemand. Als je nu van Sneek naar de Afsluitdijk rijdt, zie je zo'n 50 windmolens. En, dat moeten we Konst nageven, hij kan goed rekenen. In de genoemde driehoek gaan we van 50 windmolens naar 180 grote molens en dat is een grote vooruitgang!
Zo'n 60 tot 100 molens (van die 180) komen in het IJsselmeer te staan, voor de deur van Makkum. Daarvoor wil de provincie een vak van 5 bij 5 kilometer reserveren. Als we de deskundige mogen geloven, gaan al die molens nooit in zo'n klein vak passen, maar dat terzijde. Of zoveel molens aan het strand bij Makkum niet nadelig zijn voor het toerisme, daar gaf Konst geen antwoord op. Er staan nu al 50 windmolens, dus wat maakt het uit, liet Konst zich nog ontvallen. Het grote verschil is dat je nu nog met je rug naar die molens zit op het Makkumer strand als je over het IJsslemeer staart. Straks staan de molens overal: én op land én in het water. De Makkumers kennen het antwoord op het toerisme-effect van die molens in het IJsselmeer maar al te goed: de Holle Poarte zal uitgestorven raken, letterlijk een holle poort worden, waarschijnlijk nog met echo ook.
Nee, we moeten kijken naar Duitsland, Frankrijk en Spanje, volgens Konsts grenzeloze blik. Die doen het goed, die hebben al hele gebieden volgestouwd met windmolens. Daar hebben politici en ondernemers de molens al door de bevolkingsstrot geduwd, gebruikmakend van alle drogredenen en achterhaalde argumenten. Oh ja, wij zien nog een miniem verschil tussen de genoemde landen en Nederland: oppervlakte!
Konst kreeg niet de kans, we blijven positief, om de belangrijke aspecten van windmolens te berde te brengen: invloed van de molens op landschap en milieu, de waardedaling van huizen, gezondheidsrisico's, een afgewogen energiebeleid met een mix van duurzame energievormen, de druk op de gemeenschap als er maar enkelen aan verdienen, draagvlak onder inwoners, giga subsidiebedragen en het onrendabel zijn van windmolens, om er maar een aantal te noemen.
Konst redeneerde in Sneek met de diepgang van een waterplas. En als het niet zo'n serieuze zaak zou zijn, dan is het eigenlijk best lachwekkend. Wanneer je een prachtig stuk van Friesland op bovenstaande ondiepe gronden duurzaam verkloot, dan neem je geen verantwoordelijkheid. De luchtigheid waarmee Konst de weerstand tegen megawindmolenparken tegemoet treedt, doet vermoeden dat hij na plaatsing van de molens ineens zegt: “Goh, ja, ze zijn inderdaad wel erg hoog. Die windturbines kun je al op 35 kilometer afstand zien. Ja, dat heb ik verkeerd ingeschat. Ik heb mij vergist. Sorry.” Je verdient een pluim als je je fouten zo ruiterlijk kunt toegeven, maar wij hebben nu liever een grote kerel die wél de juiste inschatting maakt, ons behoedt voor nog meer en nog grotere windmolens, kortom een echte vent die meehelpt Friesland mooi te houden.
Comité Hou Friesland Mooi