Terwijl Europa nog volop discussieert over de winning van
schaliegas heeft de Verenigde Staten de afgelopen jaren
een fikse sprong gemaakt. Hebben we nog voor honderden
jaren olie en gas of dreigt een nieuwe bubbel?
NICO HYLKEMA
De winning van schaliegas
heeft in de Verenigde Staten een
kleine revolutie teweeggebracht.
Onder het bewind van George W. Bush zijn de
regels flink versoepeld en nam de
winning een grote sprong. Nu al
voorziet de VS voor 40 procent in de
eigen gasvoorziening. Het streven
om ook in olie zelfvoorzienend te
zijn, lijkt te slagen. In 2020, zo is de
verwachting, hoeft nog slechts 10
procent van de olie te worden geïmporteerd.
Schaliegas wordt een gamechanger
genoemd. Want schaliegas kan
overal op de wereld worden geworven.
Vooral in China en Noord-Amerika
liggen enorme voorraden. Gekoppeld
aan nieuwe methoden om
moeilijk winbare olievoorraden aan
te boren, is de schatting van de voorraden
fossiele brandstoffen veranderd
van nog enkele decennia naar
mogelijk 250 jaar.
Bij het instituut Clingendael is
een aantal rapporten verschenen
over de geopolitieke gevolgen van de
nieuwe situatie. Daaruit blijkt dat de
VS nu al zoveel aardgas produceert,
dat de prijs danig is gedaald. Het
liefst zouden de producenten aardgas
vloeibaar maken om dit te exporteren.
Nu is export van gas en
olie in de VS verboden vanwege het
streven naar zelfvoorziening. Dit
kan veranderen als het gas zo goedkoop
blijft.
Met kolen ligt dit anders. Tot voor
kort werden voor de energieopwekking
in de VS kolen als belangrijkste
grondstof gebruikt. Nu is dit niet
meer nodig en is de prijs ervan tot
ongekende laagten gedaald. Tegen
dumpprijzen varen schepen vol kolen
naar Europa, waar kolencentrales
ze met liefde afnemen.
Op de vrije markt is de aardgasprijs
inmiddels ongeveer de helft
van wat Europeanen en Russen ervoor
betalen. Dit kunnen ze volhouden
met langlopende contracten,
waarin de prijs van gas aan die van
olie is gekoppeld. Op termijn zal de
gasprijs ook hier onherroepelijk onder
druk komen. Voor grote exporteurs
als Rusland, maar ook voor Nederland,
zal dit grote gevolgen hebben.
In het Midden-Oosten neemt de
bezorgdheid ook toe. Als deVS en Canada
de methode voor winning van
aardgas inzetten voor olie en bovendien
de teerzandvelden van Canada
in gebruik nemen, ontstaat er een
heel nieuwe situatie op oliegebied.
Nu zal de prijs hiervan minder snel
onder druk komen. De olielanden
blijven die de komende decennia bepalen.
Voor oliewinning uit teerzand en
door fracking moet de olieprijs toch
in de buurt van de 100 dollar per vat
blijven, anders kan de duurdere winning
niet uit. Inmiddels investeren
de oliemaatschappijen miljarden in
nieuwe technieken om de moeilijker
winbare olie te exploiteren.
In Europa staat de schaliegaswinnig
op een laag pitje. Frankrijk wil
niet want het land heeft voldoende
energie uit de vele kerncentrales.
Duitsland is evenmin geporteerd
voor schaliegas. Feitelijk zijn alleen
Polen en Oekraïne groot voorstander.
Nederland doet wel wat proefboringen,
maar bezwaren tegen de
winning overheersen.
Volgens Clingendael zal Europa
door zijn dichtbevolktheid sterk afhankelijk
blijven import van aardgas
en olie. Fracking blijft een omstreden
methode, waar de bevolking al
dan niet terecht bezwaren tegen
heeft. Milieuschade is amper te verwachten
vanwege de grote diepte
waarop het schaliegas te vinden is.
Wel zal het boren landschappelijke
gevolgen hebben.
Duurzame energie lijkt het slachtoffer
teworden. Als aardgas zo goedkoop
wordt, kan wind- en zonneenergie
daar niet mee concurreren.
Lange tijd is gedacht dat de vrije
markt wel zou zorgen voor een duurzame
energieopwekking. Immers,
zo stelt ook Clingendael, door de
schaarste aan gemakkelijk winbare
olie stijgt de prijs van fossiele opwekking,
terwijl die van duurzame
energie daalt. Nu lijkt dit scenario
achterhaald.
En daar zit het probleem van de
schaliegasrevolutie. Het opstoken
van fossiele brandstoffen leidt tot
meer uitstoot van het broeikaseffect
CO2. De wereld heeft juist afgesproken
die te verminderen om de klimaatopwarming
in 2050 te beperken
tot 2 graden. Klimaatwetenschapper
Pier Vellinga van het klimaatpanel
ICPP legt hier de vinger
op de zere plek.
,,Het is bizarwat er nu gebeurt. We
creëren weer een bubbel die onherroepelijk
binnen vijf tot tien jaar
barst.’’ Aan de directe milieuschade
van de winning van schaliegas tilt hij
niet zo zwaar, maar des te meer aan
de klimaatverandering. ,,We hebben
geen tijd om eerst het gas op te stoken
en dan over te stappen op duurzame
energie. Als we dit doen, dan
halen we de 2 graden niet en zitten
we met een stijging van de temperatuur
met wellicht 6 graden aan het
eind van deze eeuw. De gevolgen zullen
rampzalig zijn.’’
Maar, zo zegt de VS, aardgas heeft
lang niet zo’n grote CO2-uitstoot als
kolen. ,,We boeken enorme winst
door over te schakelen op aardgas
voor onze stroomopwekking.’’ Niemand
zal het ontkennen. In Nederland
maakt de Gasunie zich op voor
een hoofdrol in aardgas als tussenoplossing
voor de overschakeling op
duurzame bronnen.
Vellinga bevestigt dat schaliegas
per kilowattuur minder CO2 emissie
heeft dan kolen of olie. Maar zwaar
investeren in extra winning van fossiele
brandstoffen vindt hij toch een
bizarre gedachte. ,,We hebben de tijd
niet. We moeten nu overschakelen
op hernieuwbare bronnen. En het
kan. Er zijn voldoende hernieuwbare
bronnen. Alleen zullen we CO2 emissie
veel sterker moeten beperken
met normen, of heffingen. Zonder
sterke regelgeving zal de vrije markt
de opwarming van de aarde niet
kunnen beperken.’’
De miljarden die de olie-industrieen
nu investeert, noemt hij het creeren
van een bubbel gelijk aan die
van de huizenmarkt en de financiële
sector. ,,De oliemaatschappijen hebben
voor duizenden miljarden euro’s
aan voorraden op de balans
staan, die door de hoge prijs van de
olie alleen maar meer waard wordt.
Vroeg of laat zullen ze er achter komen,
dat die voorraden niets meer
waard zijn, wanneer de wereld bij
zinnen komt en de CO2 emissie echt
drastisch gaat beperken. En dan heb
je een crisis zonder weerga. Zoals de
overheid nu de banken moet redden,
zo zullen dan vermoedelijk de oliemaatschappijen
gered moeten worden.’’
Maar wie keert de schaliegasrevolutie?
Vellinga ziet mogelijkheden in
forse heffingen op de uitstoot van
koolstof. Wanneer die worden ingevoerd,
zal gebruik van fossiele
brandstoffen veel duurder worden.
De brandstof met de minste emissie
per kilowattuur, zoals schaliegas,
heeft dan een voordeel ten opzichte
van kolen en kan de markt het werk
doen.
Bij Shell tillen ze minder zwaar
aan de CO2-emissie. Daar wordt volop
ingezet op het afvangen van de
CO2-uitstoot en ondergronds opslag.
Het olieconcern wil niet vooruitlopen
op de schaliegasontwikkeling
en maakt geen prognoses bekend.
En ziet zeker ook toekomst in
de ontwikkeling van duurzame
bronnen.
Vellinga: ,,Opslag van CO2 ondergronds
is dan inderdaad nodig, maar
het is vrij duur. Dan worden juist
duurzame bronnen weer aantrekkelijk.
De ontwikkeling van wind- en
zonne-energie ligt niet stil. De autoindustrie
is volop bezig met brandstofcellen
en elektrische auto’s. Het
is nu misschien even wat stil, maar
dit gaat door. De oliemaatschappen
zullen eenmaal ontdekken dat hun
geïnvesteerde vermogens in fossiele
brandstoffen waardeloos worden.
Dat kan al over vijf tot tien jaar het
geval zijn. Het is een wedstrijd, maar
het zal geen prettige wedstrijd worden.
Er staat veel op het spel en de
fossiele energiemagnaten zullen
zich niet zonder slag of stoot gewonnen
geven.’’