Leeuwarder Courant, 26 februari 2013.
Op 27
februari beslissen Provinciale Staten over het “Fûns Skjinne Fryske Enerzji”
(FSFE). Daarin komt € 90 miljoen voor duurzame energieprojecten. Een prima idee,
maar het komt aan op de uitwerking.
Van de EU moet Nederland 14% duurzame
energie realiseren in drie sectoren: verwarming en koeling, transport en
elektriciteitsopwekking. Nederland besloot 40% van die 14% (later: 16%) te
realiseren in elektriciteitsopwekking. En wat zegt de Provincie? Die wil ook
16% duurzame energie, maar dan 100% uit elektriciteitsopwekking! Gevolg: bij
het verdelen van de FSFE-gelden zit windenergie op de eerste rij, daarna komen
zonnecellen en besparing zit helemaal achterin. Dit roept de vraag op of het financieel-economisch
verstandig is dat de Provincie nog meer geld steekt in windenergie. Mijn
conclusie: nee!
Dit, ten eerste, vanwege de schaliegas revolutie.
Zie daarvoor deze krant van 15 februari. Schaliegas ontkracht de
veronderstelling dat fossiele brandstof opraakt en daardoor steeds duurder wordt.
Exit het idee dat windturbines ooit de eigen wieken kunnen ophouden. Investeren
in windenergie zal dus alleen rendabel zijn als het Rijk windenergie tot in
lengte van jaren blijft subsidiëren! Duitsland ziet de bui hangen want daar wordt
al gedacht over het afschaffen van alle subsidies op windenergie. Dat zal ook
in Nederland gebeuren.
Ten tweede, het maatschappelijk verzet tegen
windenergie op land groeit. Dit roept juridische onzekerheden op en die
ondergraven eveneens de business case van windenergieprojecten. Een voorbeeld: voor het FSFE is de Provincie optimistisch
over een algemene vrijstelling van het EU verbod op staatssteun, maar de vraag
is of dit terecht is. Zo moeten subsidies bij elkaar worden opgeteld en dus
rijst juist voor windenergie de vraag of de subsidies van Rijk en Provincie tezamen
niet te hoog zijn.
Ten derde, investeren in duurzame energie is
goed voor de werkgelegenheid, zegt de Provincie. Echter, windturbines worden gebouwd in Denemarken of Duitsland en wat overblijft voor
Friese (onder)aannemers is tijdelijke werk bij plaatsing en wat vast werk uit
onderhoud. Wat dat oplevert, moet vervolgens worden afgezet tegen de extra
banen bij andere vormen van duurzame energie én tegen het verlies van banen in
de recreatieve en toeristische sector. Alleen al in Makkum staat 100 miljoen
omzet op de tocht.
Ten vierde, de Provincie wil risicodragend
participeren in windparken en die aandelen vervolgens doorverkopen. Mooi sociaal
plan lijkt het want tot nu toe profiteert in Fryslân slechts een klein groepje
van zo’n 100 investeerders. Echt sociaal is het idee echter niet: de Provincie speelt grote risico’s door (zie
boven); alleen mensen en organisaties met geld kunnen aandelen kopen; en het
zet Friezen tegen elkaar op: alle lasten in die drie zoekgebieden, alle lusten
voor de rest van de Provincie. Waar blijft de gemeenschapszin waar de PvdA zo
hard voor pleit?
Conclusie: zet bij de uitwerking van het
FSFE windenergie op de achterste rij en geef voorrang aan zonnecellen,
aardwarmte, biomassa, biovergisting en, vooral, besparing. Daarmee, beste Statenleden,
doet U iets voor alle Friezen. En het is ook nog beter voor duurzame energie.
Albert Koers