Windbericht 3: Wat draagt windenergie bij aan de energievoorziening van Nederland?
Eén windturbine van 2 MW nominaal levert dus per jaar 4 miljoen kWh op, genoeg voor 1140 huishoudens met een gemiddeld gebruik van 3.500 kWh per jaar. Zie Windbericht 2. Maar wat betekent windenergie nu voor de totale Nederlandse energievoorziening? Bij het (kort) beantwoorden van die vraag baseer ik mij vooral op het CBS rapport “Hernieuwbare energie in Nederland in 2011” en de “StatLine tabellen” van datzelfde CBS.
Binnen de EU wordt het energieverbruik van een land ingedeeld in drie sectoren: verwarming en koeling, transport en elektriciteit. De EU norm voor Nederland van 14% duurzaam in 2020 en de Rutte II norm van 16% duurzaam zien op die drie sectoren gezamenlijk. Van het totale energieverbruik van Nederland gaat ongeveer 52% naar verwarming en koeling, 25% naar transport en 22% naar elektriciteit. Voor alle sectoren gezamenlijk steeg het aandeel duurzame energie van 1% in 1990 naar 4,3% in 2011. Windenergie heeft dus betrekking op de kleinste sector qua verbruik.
In 2011 bedroeg de totale Nederlandse elektriciteitsproductie 122 miljard kWh. Daarvan kwam in totaal 12 miljard kWh – dat wil zeggen: 9,8% – uit duurzame bronnen. Van die 9.8% kwam het meeste uit het bijstoken van biomassa in conventionele centrales en biovergassing: 5,8%. Wind op land was goed voor 3,3% en wind op zee voor 0,6%. Het aandeel van waterkracht en zonnestroom was, en is, verwaarloosbaar klein: 0,08% elk. (Zij het dat niet aan het net gekoppelde zonnecellen niet worden meegenomen in de CBS statistieken).
Wind op land produceert ongeveer 3,9 miljard kWh per jaar en dat is natuurlijk niet niks. Afgezet tegen de totale elektriciteitsproductie is het – als vermeld – evenwel een relatief bescheiden 3,3%. Terwijl elektriciteit als geheel slechts 22% uitmaakt van het totale Nederlandse energieverbruik. Zo bezien is de bijdrage van wind op land 0,3 procent van het totale energieverbruik van Nederland. Daarvoor waren (in 2011) in totaal 18.822 windturbines nodig met een totaal nominaal vermogen van 2088 MW. Als de 6000MW wind op land die de regering wil metterdaad zou worden gerealiseerd in 2020 gaat het aandeel van wind op land in het totale energieverbruik omhoog van 0,3% naar 0,9%.
Het CBS rapport bevat ook een vergelijking per provincie. Daaruit blijkt dat Fryslân in 2011 met 328 turbines in totaal 374 miljoen kWh produceerde. Kampioen is Flevoland met 1069 miljoen kWh, gevolgd door Groningen met 870 miljoen kWh en Noord-Holland met 685 miljoen kWh. Als die totale productie wordt afgezet tegen het aantal turbines scoort Groningen het hoogst: 4,2 MW per turbine. In Fryslân is dat 1,1 MW per turbine. Kennelijk staan er in hier relatief veel kleine en inefficiënte turbines.
Tenslotte nog iets anders. Het CBS rapport meldt dat de duurzame energiesector in 2009 in totaal 10.200 fte aan werkgelegenheid opleverde waarvan 2.100 in windenergie. Vraag: hoe verhoudt dat cijfer zich tot de “energiegerelateerde” 6.411 banen in Fryslân alleen waarover gesproken wordt in het (inmiddels aangenomen) voorstel voor een Fûns Skjinne Fryske Enerzjy? Toch eens uitzoeken?
Volgende keer: wat levert een windturbine de eigenaar (en anderen) op?
Albert Koers
Comité Hou Friesland Mooi