Windbericht 5: Subsidieregelingen en fiscale voordelen windenergie

21 maart 2013. In Windbericht 4
kwam het onderwerp al aan de orde: de subsidies op windenergie. Van belang zijn
de “Subsidieregeling Duurzame Energie”(SDE+) en de “Energie Investeringsaftrek”
(EIA). SDE+ en EIA zijn ingewikkelde regelingen en hierna dus enkel de
hoofdlijnen.

SDE+

Doel van SDE+ is
de onrendabele top van duurzame energie te subsidiëren opdat marktpartijen
daarin kunnen investeren: met de
subsidie kan de door hen opgewekte duurzame energie concurreren met energie uit
fossiele brandstof. Subsidie wordt gegeven op allerlei vormen van duurzame
energie. Voor 2013 is er 3 miljard te verdelen. Alleen bedrijven en
instellingen kunnen subsidie aanvragen, terwijl die 3 miljard bijeen wordt
gebracht uit de energiebelasting die huishoudens moeten betalen.

De systematiek van
SDE+ vergt een rekenmachine, ook voor windenergie. Er is een basisbedrag voor
de kostprijs van een kWh uit wind; van dat basisbedrag wordt de kostprijs van
een kWh uit fossiele brandstoffen afgetrokken; en er zijn aannames over het tal
vollasturen. Verder zijn er drie periodes per jaar om subsidie aan te vragen. In
de eerste periode worden de cijfers zo bijgesteld dat de subsidie het laagst
is; in de tweede periode is de subsidie hoger; en in de derde periode levert
het”gecijfer” de hoogste subsidie op. Vroege aanvragers hebben dus de hoogste
kans om subsidie te krijgen, maar het bedrag daarvan is relatief laag is. Late
aanvragers lopen een kans dat de pot leeg is, maar ze ontvangen wel het hoogste
subsidiebedrag. Reden van deze aanpak is
dat zo projecten in gebieden met minder wind meer subsidie (kunnen) krijgen dan
projecten in windrijke gebieden. Gevolg is wel dat het meeste geld gaat naar
projecten met de meeste wind en dus met de laagste kosten.

Als U meer wil
weten: zie het door mij gefabriceerde Excel spreadsheet bij deze email. De
uitkomsten daarvan kloppen exact met de rekenvoorbeelden van Agentschap.NL.

Uitkomst van dit
alles is dat er een subsidiebedrag wordt bepaald en dat er vervolgens uit de
SDE+ pot een totaal bedrag wordt gereserveerd om dat bedrag uit te betalen over
een periode van 15 jaar. Sinds SDE+ gebeurt dit bij wijze van voorschot. Aan
het einde van het jaar vindt er dus nacalculatie plaats aan de hand van de
werkelijk kostprijs van een kWh uit fossiele brandstof. Als die lager is dan werd
aangenomen, gaat de subsidie alsnog omhoog. Echter, het eenmaal afgesproken
maximum blijft staan en dus is in dat geval de subsidiepot eerder leeg. Dat de
subsidie lager uitvalt kan natuurlijk ook.

En op basis van
dit alles komt het Pondera rapport van Windbericht 4 dan uiteindelijk uit op
een subsidie van ruim 1 miljoen euro per jaar gedurende 15 jaar voor dat windpark
met 5 turbines van 3 MW. Dus +/- 70.000 per MW per jaar. Tegenover een
resultaat van +/- 37.500 per MW per jaar. Mijn
indruk is dat dit conservatieve uitkomsten zijn: voor het 450 MW
windpark bij Urk is in totaal bijna 1 miljard aan subsidie gereserveerd en dat
is aanmerkelijk hoger dan wat de Pondera cijfers suggereren. In die 1 miljard
zitten echter wel enkele aanvullende subsidies.

EIA

Nog kort over de
EIA. Onder deze regeling mag een ondernemer 44% van de investeringskosten in
duurzame energie aftrekken van de fiscale winst, Voor windenergie is daar een maximum
aan gesteld van 600 euro per kW. Dus voor dat 15 MW park van Pondera: maximaal
9 miljoen euro. Om van de regeling te profiteren, moet een onderneming
natuurlijk wel voldoende winst maken, maar als dat het geval is, komt het EIA
voordeel in de praktijk neer op 11% van de totale investeringskosten. EIA is dus
een feite een tweede soort subsidie naast SDE+, maar dan via de weg van fiscaal
voordeel.

Volgende week:
overgang naar een reeks andere onderwerpen.

Albert Koers

Comité
Hou Friesland Mooi