Windbericht 6: Samenvatting en hierna over naar andere onderwerpen

28 maart 2013. Met uitzonderingen van de eerste waren de Windberichten
tot nu toe vooral gericht op cijfermatige informatie. En dus misschien wel eens
wat taai? Toch zijn die cijfers van belang om over plannen voor windenergie te
kunnen oordelen. Echter, vanaf Windbericht 7 minder cijfers en meer nadruk
op algemene, kwalitatieve aspecten. Ook dan zoveel
mogelijk neutrale informatie: het is aan U een mening te vormen.

Voordat ik overstap naar die
nieuwe reeks, wil ik een paar zaken uit de Windberichten 2 t/m 5 nog één keer onder Uw aandacht brengen.

Er
zit (Windbericht 2) een groot gat tussen wat een windturbine in theorie kan
presteren en wat hij in de praktijk produceert. Als er in beleidsplannen
gesproken over “opgesteld vermogen” ziet dat op (de som van) nominaal vermogen
en niet op het aantal MW’s dat een turbine werkelijk produceert. Dat ligt op
ongeveer 20 tot 25 procent van het opgestelde vermogen.

 

  • Als
    wordt vermeld dat windturbines X huishoudens van elektriciteit voorzien, bedenk
    dan (Windbericht 3) dat huishoudens slechts 4,5%t van het totale NL
    elektriciteitsverbruik voor hun rekening nemen en dat elektriciteit
    verantwoordelijk is voor niet meer dan 22% van het totale NL energieverbruik.
    Alle 19.000 nu aanwezige turbines verzorgen dus 0,3% van het totale NL
    energieverbruik.

  • Van
    2005 tot 2011 steeg het aandeel duurzame energie van 2,3 naar 4,3 procent. Voor
    elektriciteit (22% van het totaal) komt nu bijna
    10% uit duurzame bron, vooral biomassa (5,8%) en wind op land (3,3%). Er staat
    nu 2000 MW aan windenergie op land (opgesteld vermogen) en dat moet 6000 MW
    worden in 2020. Als dat lukt: goed voor ongeveer
    10% van het totale NL elektriciteitsverbruik en 0,9% van het totale NL
    energieverbruik.

  • De
    investeringskosten van een windturbine bedragen ongeveer 1,5 miljoen per MW
    opgesteld vermogen. Exploitatie (Windbericht 4): (A) kosten per jaar per MW: (i) financiering
    137.000; (ii) onderhoud, grondkosten en netaansluiting: 50,000; (B) inkomsten
    per jaar per MW: (i)
    verkoop kWh: 154.000; en (ii) SDE+ subsidie:70.500;en (C) dus als resultaat: 37.500
    euro per jaar per MW.

  • Windenergie
    (Windbericht 5) wordt gestimuleerd via SDE+ (subsidies) en EIA (fiscaal
    voordeel). SDE+ vergoedt het verschil in kostprijs tussen een kWh uit wind en
    uit fossiele brandstof (nu +/-5 cent). Voor een project wordt een totaal
    subsidiebedrag bepaald dat daarna over 15 jaar wordt uitbetaald. Zo ontvangt
    het 450 MW park bij Urk in totaal 880.000 miljoen. SDE+ wordt betaald uit de
    energiebelasting op particuliere huishoudens.

Samenvattend:
een turbine van 2 MW levert dus een resultaat van 75.000 euro per jaar. En
ontvangt elk jaar 141.000 euro subsidie. DoorEIA is de winst voor vele jaren gelijk aan
het resultaat. Het risico van lagere kWh prijzen uit conventionele centrales
ligt grotendeels bij de SDE+ subsidie en dus niet bij de ondernemers. De winst
neemt sterk toe als na 15 jaar niet alleen de subsidie vervalt, maar ook de
financieringskosten wegvallen.

Volgende week: effecten van windenergie
voor de elektriciteitsvoorziening

Albert Koers

Comité Hou Friesland
Mooi