Het urinoir van het waterschapgebouw wordt aangesloten op een laboratorium. „Dagelijks zullen we zo’n tien tot twintig liter urine opvangen van zo’n tien tot twintig personen. We halen er organische stoffen, zoals suiker, uit die we omzetten naar elektriciteit. De fosfaat, stikstof die we er ook uithalen, gebruiken we voor kunstmest”, vertelt Philipp Kuntke, promovendus en onderzoeker Milieutechnologie aan Wageningen Universiteit. De opgewekte energie wordt direct weer gebruikt in het gebouw van het waterschap.

Duurzamer
Om een idee te geven: voor 20 kilowatt elektriciteit is 1000 liter urine nodig. Kuntke: „Dat is niet genoeg om een heel gebouw van energie te voorzien, maar het helpt wel voor een duurzamer energiegebruik. Belangrijker is misschien dat urine op dit moment het afvalwater voor de helft vervuilt. Als het apart opgevangen zou worden en juist die (vervuilende) stoffen worden gebruikt voor elektriciteit, zouden de waterzuiveringsbedrijven drastisch minder werk hebben aan het zuiveren van afvalwater.”

Dat zou volgens de promovendus kunnen betekenen dat urine in de toekomst beter apart van ontlasting en ander afvalwater in speciale urinoirs zou moeten worden opgevangen. „Sommige bedrijven doen dat al om water uit te sparen.”

Grotere schaal
In de tussentijd start er, met EU-geld, een groter vierjarig project waar zeven partijen uit vijf landen, waaronder ook Nederlandse bedrijven, aan meedoen vertelt Kuntke. „Daarin gaan we kijken hoe we urine op veel grotere schaal kunnen omzetten.” Het eerstgenoemde kleinere project kost het waterschap, op wat operationele kosten na, niets.

Bron: Spits online