Leeuwarder Courant, 8 december 2102.
Provincie kan
zich vriend tonen
Eerder schreef ik
in deze krant dat de plannen van de Provincie Fryslân voor grootschalige
windparken mij het gevoel geven dat de overheid mijn vijand is geworden.
Binnenkort is er een moment waarop de Provincie kan bewijzen dat ik ongelijk
heb.
Het Rijk – regering en Tweede Kamer – meent dat windenergie
op land de beste weg is naar duurzame energie. Dit ondanks de opkomst van betere
alternatieven, toenemend verzet tegen steeds meer en steeds grotere windmolens,
groeiend bewijs van gezondheidsrisico’s en – last but not least – de conclusie
van een recent Parlementair Onderzoek dat al dat overheidsbeleid tot nu toe
niet of nauwelijks heeft geleid tot een lagere CO2 uitstoot – ook al heeft het miljarden
gekost. De kar van de Haagse politiek dendert gewoon door, doof voor
samenleving èn feiten. Vandaar dat gevoel dat de overheid mijn vijand is. Echter,
binnenkort krijgt de Provincie Fryslân de kans om het tegendeel te bewijzen.
Op 12 en 13 december is er een bijeenkomst van het IPO
(alle provincies), de VNG (alle gemeenten) en de ministeries van Economische
Zaken en Infrastructuur en Milieu. Daarin moeten afspraken worden gemaakt over
het aantal megawatts (Mw) dat provincies moeten bijdragen aan de Rijksdoelstelling
van 6000 Mw windenergie in 2020. Elke provincie moet daarom gebieden aanwijzen
waar windparken mogen komen. Het “bod” van de Provincie Fryslân is 525 Mw (150
tot 200 grote molens) in drie gebieden: het IJsselmeer tussen de Afsluitdijk en
Makkum, in de driehoek Harlingen, Bolsward en Makkum en langs de A7 bij
Heerenveen.
Gelijktijdig is de windlobby druk doende die 6000 Mw op te
schroeven naar 7000 Mw of meer. De windindustrie moet wel want ook hier dreigt
te gebeuren wat in Denemarken al gebeurde: vraaguitval dwong daar de
windturbinebouwer Vestas 3.000 van de 20.000 werknemers te ontslaan. Ook in
Nederland knokken bouwers en exploitanten voor het eigen hachje en roepen dus
dat windenergie zo goed is voor duurzaamheid. Zie bijvoorbeeld de website van het
Platform Duurzaam Fryslân.
Hoe kan de Provincie in dat overleg van 12 en 13 december opkomen
voor de belangen van alle inwoners van Friesland? Helaas niet door te
weigeren mee te doen want dan zet de Provincie zich buitenspel en heeft het
Rijk alle ruimte om de eigen (on)zin door te drijven. De Provincie moet dus meedoen,
desnoods voor de 525 Mw. Maar dan kan – en moet! – de Provincie wel de volgende
voorwaarden stellen.
1.Die 525 Mw wordt niet
alleen door windenergie ingevuld, maar ook door andere vormen van duurzame energie.
Sommige daarvan bestaan al – andere komen er aan. En het zojuist genoemde
Parlementaire Onderzoek concludeert met overtuiging dat besparing nog steeds de
beste weg is naar duurzaamheid.
2.Die 525 Mw (voor zover
het om windenergie gaat) wordt niet gerealiseerd met de giga-windmolens of
giga-windparken die de industrie wil, maar met kleinschalige projecten ontwikkeld
in samenspraak met de lokale bevolking en zo opgezet dat de baten ten goede
komen aan die lokale bevolking en niet uitsluitend aan een enkele exploitant.
3.Alle af te geven
vergunningen worden in de tijd beperkt, dat wil zeggen: kunnen na een bepaalde
periode ingetrokken worden zonder dat exploitanten schadeloos gesteld moeten
worden. Als het waar is – zoals de Provincie zelf zegt in de ontwerp-structuurvisie
– dat windenergie op korte termijn nodig is als overbrugging naar nieuwe en
betere vormen van duurzame energie, dan moet dat tot uiting komen in het
vergunningenbeleid.
Als de Provincie deze drie voorwaarden laat opnemen in de
afspraken met het Rijk, dan begint het er op te lijken dat de overheid – in elk
geval de Provincie Fryslân – eindelijk afstapt van het blinde geloof in grootschalige
windparken op land: die horen op zee thuis. Alleen zo voorkomt de Provincie dat
het Friese platteland duurzaam vernietigd wordt terwijl er betere vormen van
duurzame energie in aantocht zijn.
Albert Koers is jurist, emeritus hoogleraar en voormalig (organisatie)adviseur.