Stormachtig molenjaar

Leeuwarder Courant, 13 februari 2013, pag. 20.

Stormachtig molenjaar

ERWIN BOERS

VVD-minister Henk Kamp wil aanzienlijk
meer windmolens plaatsen
dan vorig jaar met de provincies is
afgesproken. En dat terwijl die eerdere
cijfers al grote weerstand opriepen.
Er staat ons een jaar van felle
windmolenstrijd te wachten.
Hoe zien de cijfers eruit?
Nederland produceert veel minder
groene stroom dan andere West-Europese
landen. Kamp wil deze achterstand
met spoed inhalen. Een zesde
van onze stroom moet in 2020
opgewekt worden met schone middelen,
zo heeft hij vastgesteld. Er
moet daarom ruimte komen voor in
ieder geval 6000 megawatt aan
nieuwe windenergie. Dit zijn zo’n
1000 tot 2000 turbines, die op het
vasteland of op de meren een plek
zullen krijgen. Of het hierbij blijft, is
de vraag, want Kamp spreekt zelfs al
over 9000 megawatt.

Wat betekent dit voor Friesland?
De provincies hebben in overleg met
het rijk een groot deel van de 6000
megawatt verdeeld. Zij wijzen de
plekken aan die hiervoor geschikt
zijn. PvdA-gedeputeerde Hans Konst
heeft namens Fryslân afgesproken
om 525 megawatt mogelijk te maken:
pakweg 100 tot 200 molens. Er
is nog een landelijke resthoeveelheid
van 285 megawatt, waarvan
Fryslân vermoedelijk ook nog een
deel moet opnemen. Nu sinds kort
duidelijk is dat Kamp landelijk nog
eens 3000 megawatt extra wil verdelen,
kan dit voor Fryslân opnieuw
een verhoging betekenen.
Kan de provincie ook nee zeggen?
Noord-Holland weigert medewerking,
maar dit maakt geen enkele indruk
op Kamp. Hij heeft aangekondigd
de Crisis- en herstelwet toe te
passen. Hiermee kan hij de besluitvorming
van gemeenten en provincies
eenvoudig terzijde schuiven.
Het ministerie deed dit eerder al in
Flevoland, waar een fors aantal molens
werd afgedwongen. Fryslân en
de meeste andere provincies werken
daarom liever mee. Op deze wijze
kunnen zij in ieder geval meebepalen
waar de windmolens verrijzen.

Waar mogen de molens komen van de
provincie?
De provinciale coalitie (PvdA, CDA,
FNP) heeft vastgelegd dat de plannen
geconcentreerd worden in Heerenveen
en Súdwest-Fryslân, gemeenten
die zich eerder positief
hebben opgesteld tegenover windenergie.
In de provinciale plannen
staan drie molenconcentraties getekend:
een klein park aan de noordoostzijde
van Heerenveen, een forse
groep windmolens in het IJsselmeer
voor Makkum en een groot aantal
windmolens op het land, globaal
tussen Makkum en Harlingen.
De besluitvorming is toch uitgesteld?
Gaat Konst wel door met zijn plan?
Kamp eist nog dit jaar duidelijkheid
van alle provinciebesturen. Inderdaad
is de behandeling in de provinciale
staten uitgesteld tot na de zomer,
maar dit betekent beslist geen
afstel. Gedeputeerde Konst gaat de
komende maanden de provincie in
om met gemeenten en omwonenden
te praten over de plannen.
Kunnen de molens niet in zee worden geplaatst?
Dat gebeurt ook. Het is niet of-of,
maar en-en: 9000 megawatt op land
en daarnaast een nog onbekende
hoeveelheid molens in zee. De Tweede
Kamer wil zelfs bekijken of turbines
vlakbij de kust van Ameland en
Schiermonnikoog mogelijk zijn. Tot
nu toe was dit onbespreekbaar vanwege
het uitzicht.

Kan grote weerstand helpen om de plannen
tegen te houden?
Veel tegenstanders steken nu al hun
energie in argumenten die het nut
en de noodzaak van windmolens bestrijden.
Of dit zin heeft, is echter de
vraag. Die cijferstrijd is namelijk in
Den Haag al lang beslecht. Het provinciale
debat zal niet daarover
gaan, maar vooral over de verdeling
van de molens over Friesland.
Neemt het tal windmolens enorm toe?
In aantallen valt het wel mee. Konst
wil namelijk zoveel mogelijk kleine,
solitair geplaatste molentjes verwijderen
als compensatie. De nieuwe
molens gaan echter wel veel meer
opvallen, aangezien ze veel hoger
worden dan de oude exemplaren.
Een masthoogte van 90 tot 120 meter
is tegenwoordig al heel normaal.
De wieken kunnen zelfs al tot boven
de 180 meter reiken.

Veel tegenstanders willen liever dat er
zonne-energie komt. Kan dat niet?
MinisterKamp biedt op dit vlak geen
onderhandelingsruimte. Hij houdt
hoe dan ook vast aan windmolens.
Hierbij speelt een rol dat windenergie
in ons windrijke land goedkoper
is. Kamp pleit ervoor om in Europa
alleen nog zonne-energie in zonrijke
streken (Zuid-Europa) en windstroom
in windrijke streken (noordwestelijker
Europa) te subsidiëren.

Moet de hoeveelheid zonnestroom dan
niet groeien?
Ja, en dat gebeurt ook, maar niet als
alternatief voor windenergie. De
provincie wil dat de hoeveelheid
Friese zonnestroom van 50 megawatt
in 2011 naar 5000 megawatt in
2020 groeit. Dit staat los van de
windmolenplannen.
Kunnen andere energiebronnen uitkomst
bieden?
Voor de huidige discussie niet, maar
op termijn kunnen zij de functie van
de molens overnemen. Geothermie
is veelbelovend. Diep in de aarde zit
kokend heetwater, dat het bedrijfsleven
aan grote hoeveelheden energie
kan helpen. Het boren naar zo’n
heetwaterbron is echter peperduur
en riskant. Voorlopig biedt dit nog
onvoldoende alternatief.Warmteopwekking
op basis van vergisting
(mest, uienschillen en dergelijke)
groeit snel, maar is op dit moment
financieel niet erg aantrekkelijk.