Leeuwarder Courant, 13 februari 2013, pag. 18.
Eerlijk discussiëren over windenergie
tegast
Gerard Schepers van de
NHL Hogeschool verwijt
mij verdraaiing
van feiten (LC 2 februari).
Zo zou ik het fabeltje vertellen
dat windstroom het rendement
van de elektriciteitscentrales
ernstig negatief beïnvloedt.
Ik vestig echter de aandacht
op harde feiten, onderzoek van
gedetailleerde praktijkcijfers van
de stroomproductie in de VS
(Texas, Colorado) (http://lyt.sr/
wind) en Ierland (www.clepair.
net/Udo-okt-nl.html). De
elektriciteitscentrales, die extra
af- en bijschakelen om de onregelmatige
windstroom op te
vangen, moeten daar fors aan
rendement inboeten. Denk aan
een auto die in het stadsverkeer
meer brandstof verbruikt dan op
de grote weg. Tijdens daluren is
er vaak zoveel windstroom dat
men zelfs de logge kolencentrales
moet terugregelen, wat extra
veel brandstofverlies oplevert.
In Nederland zijn de verhoudingen
van wind-, gas- en kolencapaciteit
vergelijkbaar met die
in Texas, waar de centrales door
de windmolens niet minder CO2
zijn gaan uitstoten. Mogelijk
veroorzaken ze zelfs een lichte
verhoging. We kunnen Texas dus
als een blauwdruk voor Nederland
beschouwen; alle reden om
de zaak serieus te nemen en uit
te zoeken, lijkt me.
Uit bijna alle studies over dit
onderwerp zou blijken dat ik
fabeltjes vertel. Voor zover mij
bekend zijn dit allemaal theoretische
studies, inclusief de genoemde
KEMA-studie. Een aantal
van deze studies signaleert
wel degelijk een groot probleem.
Maar dat is allemaal theorie,
en een theorie wordt pas bruikbaar
als ze aan de werkelijkheid
is getoetst. Om te weten hoe dit
in Nederland uitpakt zijn dus
praktijkgegevens nodig. Helaas
zijn die bedrijfsgeheim en vindt
de minister van economische
zaken het bij herhaling niet
nodig om ze op te vragen.
Wel zijn er zijn aanwijzingen
dat bij ons hetzelfde aan de
hand is. In een studie van CBSgegevens
liet Kees LePair zien
dat onze hoogwaardige gascentrales
een veel lager rendement
hebben dan op grond van hun
kwaliteit mag worden verwacht
(www.clepair.net). Van de waarschijnlijke
hoofdoorzaak, de
windstroom, blijft dan niet meer
dan 18 procent als netto-energiebesparing
over. De globale CBScijfers
laten geen hardere conclusies
toe, maar er is niets
beters beschikbaar.
Nog iets. Naast de gascentrales
zetten wij dankzij de huidige
stroomprijs en de goedkope
CO2-emissierechten ook de meer
CO2 genererende kolencentrales
als buffer in (http://lyt.sr/kolen).
Wat dit betekent toont Colorado.
Daar moet men ook kolencentrales
inzetten om windstroom
op te vangen, en verhogen de
windturbines de CO2-uitstoot
zelfs. De feiten moeten boven
tafel komen!
Duurzame energievoorziening
vereist methodes die hout snijden.
Zolang we dat niet van de
goedbedoelde windmolens
kunnen zeggen, is het onverstandig
om daar belastinggeld
aan te besteden. Dat geld gaat
verloren voor methodes waar
wel muziek in zit, zoals zonneenergie.
‘Windturbines zijn niet
voor eeuwig’ betekent een schrale
troost voor wie nu zijn woonen
leefomgeving verziekt ziet.
FRED JANSEN, VOORZITTER
NATIONAAL KRITISCH PLATFORM
WINDENERGIE (www.nkpw.nl)