Leeuwarder Courant, 24 oktober 2012, pag. 2.
Schrap de wieken
Nu de locatiekaarten op
tafel liggen, wordt
duidelijk hoe ingrijpend
de windturbineplannen
van de provincie Fryslân
en enkele gemeenten zijn.
Het landschap rond Heerenveen
en tussen Harlingen en Makkum
zal, mochten de molens worden
opgericht, ernstig worden aangetast.
De ruim 140 geplande windmolens
zijn elk een stukhoger
dan de imposante Achmeatoren
in Leeuwarden. En die toren is
van verre te zien. De in clusters
gegroepeerde windturbines
pieken met hun 180 meter tiphoogte
ver boven het Leeuwarder
baken uit.
Het is begrijpelijk dat in tal
van dorpen in de molenzones de
weerstand groot is. Het is daarbij
opvallend dat het in de wijde
omgeving van die zones vooralsnog
stil blijft, want het blikveld
van grote delen van de provincie
zal door de molens danig beïnvloed
worden.
Fryslân heeft zich ooit ten
doel gesteld 14 procent van het
energieverbruik in de provincie
duurzaam op te wekken en
tevens de uitstoot van broeikasgas
met 20 procent te verminderen.
Windmolens werden toen
als belangrijke stroomopwekkers
binnen dit beleid aangewezen.
Sindsdien zijn op diverse
plaatsen forse windmolenplannen
opgedoken, die telkens een
schok teweegbrachten in de
betreffende regio’s. Nu ligt er
dus het meest omvattende molenplan
en mag het Provinsjehûs
de naar verwachting talrijke
bezwaren inwachten.
De toerit naar Friesland over
de Afsluitdijk zal bespikkeld
worden met 125 windturbines en
het landschap daar zal de openheid
en ruimtelijkheid verliezen.
Blijven IJsselmeer en de IJsselmeerhavens
dan nog wel aantrekkelijk
voor recreanten? En
blijven de woondorpen rond
Heerenveen in trek bij woningzoekenden
als eenmaal de wieken
draaien? De huidige bewoners
worden met de molens
opgescheept, afgescheept.
Windturbines in bewoond
gebied zijn niet meer van deze
tijd. Ze vormen een te grote
aanslag op de omgeving. Zeker
een provincie als Fryslân met
hooggeprezen landschappelijke
kwaliteiten zou zulke inbreuken
niet eens moeten willen overwegen.
Grootschalige windmolenparken
zijn industriecomplexen en
horen veeleer thuis op de Tweede
Maasvlakte dan tussen de
Friese dorpen. Hun economische
waarde is aan grote twijfel onderhevig;
deze vorm van
stroomopwekking kan simpelweg
niet uit.
Molens zijn niet nodig om de
Friese duurzaamheidsdoelstelling
te halen, zonnepanelen zijn
een beter middel. Die belasten
het landschap nauwelijks en
doen stil en onopvallend hun
werk. Kies panelen en schrap de
reuzenwieken.
SYBE VAN DER MEULEN